Skip to main content

Bezoek aan het Stockholm Environment Institute: hoe toegankelijk zijn data in Zweden?

Walter van de Ven

Adviseur

0646297990

21-09-2022

Tijdens de PBLQ-studiereis naar Stockholm van afgelopen september hebben wij verschillende organisaties bezocht. Op woensdag 21 september trapten we af bij het Stockholm Environment Institute (SEI), waar we hartelijk werden ontvangen door Fedra, Karin en Karina. Alle drie werkzaam bij verschillende afdelingen van SEI. SEI  is  een  internationale  non-profit  organisatie met de focus op duurzaamheidsvraagstukken. Zij doen onafhankelijk onderzoek, koppelen wetenschap en beleid om duurzaamheidsvraagstukken te beantwoorden, met als doel om overheidsbeleid te beïnvloeden. Zo doen zij onder andere onderzoek op onderwerpen als: klimaat, water, lucht, land, energie, overheid, economie, mens en gezondheid. SEI is van oorsprong een Zweedse organisatie, echter is een beetje expansiedrift niet vreemd voor SEI. Tegenwoordig zijn ze namelijk actief in zeven verschillende landen over de wereld: Zweden, Estland, UK (2x), VS (3x), Colombia, Kenia en Thailand.

Nadat de koffie en thee was ingeschonken, volgde een introductie vanuit PBLQ en SEI over de organisaties en wat beide partijen doen. Waarna we vervolgens een drietal inhoudelijke onderwerpen waar we beide raakvlakken mee hadden bespraken:

  • Data for the living environment

In de discussie over het onderwerp van het gebruik van data in de leefomgeving zagen we dat we in Zweden en Nederland voor vergelijkbare uitdagingen stonden, namelijk: de beschikbaarheid, de kwaliteit en de actualiteit van data. Het verschil tussen Zweden en Nederland op het gebied van open data is dat bepaalde data in Zweden erg lastig te verkrijgen is, of er dient voor betaald te worden. Zo is Geografische data in Zweden lastig te verkrijgen en vaak alleen tegen betaling. Daarnaast is de actualiteit van data een uitdaging. Op het gebied van water en rivieren wordt bijvoorbeeld zeer beperkt real-time data bijgehouden, maar met name data gebaseerd op modellen. In Nederland daarentegen is geografische data veel beter te verkrijgen en veelal gratis. Het tegenovergestelde is het geval voor persoonsgegevens in Zweden, deze zijn goed toegankelijk en vindbaar in Zweden, bijvoorbeeld op Hitta.se. Hitta.se is een private website die allerlei persoonsgegevens bij elkaar brengt, dit wordt mede mogelijk doordat deze in Zweden minder beschermd lijken te worden dan in Nederland. Zo is in Zweden voor het publieke persoonsnummer (BSN-nummer) relatief eenvoudig te achterhalen welke persoon daarbij hoort, en wordt dit nummer ook in de private sector ontzettend veel gebruikt. Daardoor is allerlei informatie over deze persoon eenvoudig aan elkaar te verbinden. Zo is op Hitta.se data van personen te vinden als waar zij wonen, wat hun huis waard is, met wie ze getrouwd zijn, hoeveel en welke auto’s ze hebben, etc. Dit is lastig voor te stellen in Nederland. We kwamen daarom tot de conclusie dat het privacy vraagstuk in Zweden een stuk minder leeft dan in Nederland. Het vertrouwen van de Zweden is groot en men maakt zich er dan ook niet al te druk over dat deze persoonsgegevens ‘op straat’ liggen.

  • Citizen engagement with smart technology

SEI gaf tijdens ons bezoek aan dat het vaak een uitdaging is om voldoende burgerparticipatie te realiseren in de onderzoeken die zij doen. Zij gaven aan dat ze nog weinig gebruik maken van smart technologie om dit te stimuleren. Ze gaan er veel op uit om burgers te benaderen die een rol kunnen spelen in onderzoek dat zij op dat moment verrichten. Zo hebben ze een duidelijke focus op het creëren van een representatieve groep voor hun onderzoeken. SEI gebruikt burgers ook om hun modellen te valideren, vooral wanneer historische gegevens ontbreken. Het belang van het meten van de menselijke impact, naast de harde cijfers, is voor SEI erg belangrijk. 

  • Omgevingswet

Tot slot stipten we nog kort de omgevingswet aan. Onze omgevingswet-experts waren namelijk erg benieuwd of een soortgelijk principe ook in Zweden van toepassing is. Echter kwamen we tot de conclusie dat de Zweedse wetgeving voor de leefomgeving lijkt op de Wabo: 1 integrale omgevingswet met specifieke wetgeving eronder. Daarnaast is er slecht één uitvoeringsorganisatie die alle vergunning afhandelt; dit zorgt voor een integrale werkwijze maar de afhandeling van aanvragen duurt heel lang, te lang gaven zij aan. Personeelstekort is hierbij het grootste knelpunt. In Nederland is het juist de bedoeling dat alle lokale en regionale uitvoerders de vergunningsaanvragen blijven afhandelen bij de inwerkingtreden van de omgevingswet. Duidelijke verschillen dus.

Ik organiseerde dit bezoek in Zweden samen met collega’s Jense Wiersma, Jitske Brommet en Jimco Drost. Heb je vragen n.a.v. deze blog of ben je benieuwd wat we allemaal nog meer hebben geleerd tijdens onze studiereis? Neem gerust contact met ons op. We vinden het leuk om je er meer over te vertellen.

21-09-2022

Tijdens de PBLQ-studiereis naar Stockholm van afgelopen september hebben wij verschillende organisaties bezocht. Op woensdag 21 september trapten we af bij het Stockholm Environment Institute (SEI), waar we hartelijk werden ontvangen door Fedra, Karin en Karina. Alle drie werkzaam bij verschillende afdelingen van SEI. SEI  is  een  internationale  non-profit  organisatie met de focus op duurzaamheidsvraagstukken. Zij doen onafhankelijk onderzoek, koppelen wetenschap en beleid om duurzaamheidsvraagstukken te beantwoorden, met als doel om overheidsbeleid te beïnvloeden. Zo doen zij onder andere onderzoek op onderwerpen als: klimaat, water, lucht, land, energie, overheid, economie, mens en gezondheid. SEI is van oorsprong een Zweedse organisatie, echter is een beetje expansiedrift niet vreemd voor SEI. Tegenwoordig zijn ze namelijk actief in zeven verschillende landen over de wereld: Zweden, Estland, UK (2x), VS (3x), Colombia, Kenia en Thailand.

Nadat de koffie en thee was ingeschonken, volgde een introductie vanuit PBLQ en SEI over de organisaties en wat beide partijen doen. Waarna we vervolgens een drietal inhoudelijke onderwerpen waar we beide raakvlakken mee hadden bespraken:

  • Data for the living environment

In de discussie over het onderwerp van het gebruik van data in de leefomgeving zagen we dat we in Zweden en Nederland voor vergelijkbare uitdagingen stonden, namelijk: de beschikbaarheid, de kwaliteit en de actualiteit van data. Het verschil tussen Zweden en Nederland op het gebied van open data is dat bepaalde data in Zweden erg lastig te verkrijgen is, of er dient voor betaald te worden. Zo is Geografische data in Zweden lastig te verkrijgen en vaak alleen tegen betaling. Daarnaast is de actualiteit van data een uitdaging. Op het gebied van water en rivieren wordt bijvoorbeeld zeer beperkt real-time data bijgehouden, maar met name data gebaseerd op modellen. In Nederland daarentegen is geografische data veel beter te verkrijgen en veelal gratis. Het tegenovergestelde is het geval voor persoonsgegevens in Zweden, deze zijn goed toegankelijk en vindbaar in Zweden, bijvoorbeeld op Hitta.se. Hitta.se is een private website die allerlei persoonsgegevens bij elkaar brengt, dit wordt mede mogelijk doordat deze in Zweden minder beschermd lijken te worden dan in Nederland. Zo is in Zweden voor het publieke persoonsnummer (BSN-nummer) relatief eenvoudig te achterhalen welke persoon daarbij hoort, en wordt dit nummer ook in de private sector ontzettend veel gebruikt. Daardoor is allerlei informatie over deze persoon eenvoudig aan elkaar te verbinden. Zo is op Hitta.se data van personen te vinden als waar zij wonen, wat hun huis waard is, met wie ze getrouwd zijn, hoeveel en welke auto’s ze hebben, etc. Dit is lastig voor te stellen in Nederland. We kwamen daarom tot de conclusie dat het privacy vraagstuk in Zweden een stuk minder leeft dan in Nederland. Het vertrouwen van de Zweden is groot en men maakt zich er dan ook niet al te druk over dat deze persoonsgegevens ‘op straat’ liggen.

  • Citizen engagement with smart technology

SEI gaf tijdens ons bezoek aan dat het vaak een uitdaging is om voldoende burgerparticipatie te realiseren in de onderzoeken die zij doen. Zij gaven aan dat ze nog weinig gebruik maken van smart technologie om dit te stimuleren. Ze gaan er veel op uit om burgers te benaderen die een rol kunnen spelen in onderzoek dat zij op dat moment verrichten. Zo hebben ze een duidelijke focus op het creëren van een representatieve groep voor hun onderzoeken. SEI gebruikt burgers ook om hun modellen te valideren, vooral wanneer historische gegevens ontbreken. Het belang van het meten van de menselijke impact, naast de harde cijfers, is voor SEI erg belangrijk. 

  • Omgevingswet

Tot slot stipten we nog kort de omgevingswet aan. Onze omgevingswet-experts waren namelijk erg benieuwd of een soortgelijk principe ook in Zweden van toepassing is. Echter kwamen we tot de conclusie dat de Zweedse wetgeving voor de leefomgeving lijkt op de Wabo: 1 integrale omgevingswet met specifieke wetgeving eronder. Daarnaast is er slecht één uitvoeringsorganisatie die alle vergunning afhandelt; dit zorgt voor een integrale werkwijze maar de afhandeling van aanvragen duurt heel lang, te lang gaven zij aan. Personeelstekort is hierbij het grootste knelpunt. In Nederland is het juist de bedoeling dat alle lokale en regionale uitvoerders de vergunningsaanvragen blijven afhandelen bij de inwerkingtreden van de omgevingswet. Duidelijke verschillen dus.

Ik organiseerde dit bezoek in Zweden samen met collega’s Jense Wiersma, Jitske Brommet en Jimco Drost. Heb je vragen n.a.v. deze blog of ben je benieuwd wat we allemaal nog meer hebben geleerd tijdens onze studiereis? Neem gerust contact met ons op. We vinden het leuk om je er meer over te vertellen.

PUBLICATIES