Niemand is de baas

Door: Arnaud Wirschell

Eén van mijn favoriete vragen aan mensen die bij de overheid werken is: noem één inhoudelijk onderwerp waarvoor alleen jouw organisatie verantwoordelijk is. Na die vraag volgt meestal een stilte. Na een paar minuten wordt die stilte ongemakkelijk en antwoordt mijn gesprekspartner: “ja, we gaan natuurlijk wel over onderwerp X maar we hebben daarover overleg met organisaties Y en Z”. Er zijn altijd andere partijen die mogen of zelfs moeten meepraten. Onze cultuur is op consensus gericht en de inrichting van de overheid hangt daarmee samen.  

Hoe komt dat? 

Nederland is een apart georganiseerd land. “Theoretisch kan Nederland niet bestaan”, zei de Amerikaanse politicoloog Robert Dahl ooit. Al die verschillende levensovertuigingen met hun eigen scholen en omroepen in één land: volgens Dahl krijgen die constant ruzie met een grote maatschappelijke onrust tot gevolg. Waarom zijn de conflicten die we jarenlang in Noord-Ierland hebben gezien in Nederland onbekend? In de Nederlandse praktijk zien we coalitievorming en overleg zodat we overeenstemming krijgen. Onze cultuur is op consensus gericht en de inrichting van de overheid hangt daarmee samen. Verantwoordelijkheden zijn over verschillende bestuurslagen en organisaties verspreid. Bovendien zijn onderwerpen op verschillende manieren te benaderen. Vallen drugs onder veiligheid, volksgezondheid of economische bedrijvigheid? Afhankelijk van het politieke klimaat verschuift het zwaartepunt en verandert het coördinerende ministerie.  

Draagvlak 

Met al dat overleggen en afstemmen in bestuurlijk Nederland is niemand de baas. Organisaties beslissen niet in hun eentje. Je hebt steun nodig anders komt er geen formeel akkoord of je hebt geen draagvlak bij de uitvoering. Daarom is het zo belangrijk om rekening te houden met de uiteenlopende belangen en standpunten van verschillende organisaties. Deze breng je in kaart met een krachtenveldanalyse. Een beleidsmedewerker kan niet zonder dit instrument.  

Al onze publicaties: